maandag 12 mei 2014

Er was eens...

In een land, hier niet eens zo ver vandaan, leefden eens een rijke koning en een bijzonder knappe koningin. Samen hadden zij vier knappe maar eigenzinnige kinderen: twee jongens en twee meisjes.
De koning en de koningin kenden elkaar al bijna 20 jaar. En hoewel ze door de jaren heen allebei wat ronder van vorm waren geworden en hun haren een geraffineerde grijze gloed hadden gekregen, hielden ze nog altijd veel van elkaar.
Het land waarover zij regeerden was oud, evenals het paleis dat zij bewoonden. De vloeren kraakten er oorverdovend, het stof dwarrelde er in overvloed en de muren hadden er oren. In de kasten woonden shirts, jurken en broeken die de magische eigenschap hadden om binnen een week te krimpen zodat de koningskinderen er vaak bij liepen alsof ze door hoog water moesten waden wanneer ze naar school gingen. Boven de trap woonde een eeuwenoude woestijn die bij elke stap in het paleis door een ingenieuze kier een handje grijs zand liet vallen op de trap eronder. Hoe vaak de knappe koningin ook stofzuigde, er lag altijd een subtiel knisperende laag zand op de trap naar de eerste verdieping en in de paleisgang.


Op een dag ergens halverwege één van de vele vakanties die de koningskinderen hadden, beloofden de koning en de koningin aan hun kinderen dat zij binnenkort met hen naar de Efteling zouden gaan.
Hoe konden zij weten dat het weer, dat midden april zo zomers en vriendelijk zacht aanvoelde weldra zou omslaan in een sensationeel waterballet vol buiige regens en regenachtige buien.
O, hadden zij maar voorvoelt dat de koning binnen niet afzienbare tijd geveld zou worden door een sensationele griep met opgezette keelklieren zo groot als kokosnoten en koortsaanvallen van zodanige hitte dat de eeuwenoude woestijn boven de trap jaloers toekeek.
Helaas. Op de dag dat het familie-uitje gepland was, leek het paleis wel omgeven door een slotgracht van kolkend regenwater en hadden hevige rukwinden er voor gezorgd dat het blauwe regen boompje voor de deur omgewaaid was zodat zij bijna hun paleis niet uit konden (gelukkig bezat de koning de wonderlijke eigenschap om wat dan ook te kunnen repareren met slechts duct tape). Bovendien leefde, op de dag waar ik over spreek, de koning al enkele dagen op een dieet van ibuprofen en vanillevla.
Maar om de koningskinderen niet teleur te hoeven stellen werden de broodjes toch gesmeerd, de geliefde moeder van de koningin opgehaald uit haar buitenverblijf om de feestvreugde te verhogen en nam de koning nog een extra roze pil in.


En toen nam iedereen plaats in de gouden, gammele koets en reden zij zingend naar het Anton Pieckerige pretpark alwaar het, na de aanschaf van enkele blauwe regenponcho's met hysterisch Eftelinglogo en de ontmoeting met de andere grootouders, toch nog een fijne dag werd.
De kinderen gingen in de Piranha waar zij juichend nog natter werden dan zij al waren. De koningin en haar moeder gingen voor het eerst van hun leven in de Bob achtbaan en gilden de longen uit hun lijf en de argeloze hopman die voor hen zat doof voor het leven.
En de koning? De koning deed of hij geen griep had die dag en lag de dag erna met nog heviger koorts in zijn bed te dromen van rollen duct tape en roze pillen - de hot coldrex binnen handbereik.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten